Op basis van een door Universiteit van Twente ontwikkelde methodiek vraagt Vermoeidheidkliniek sinds de start in 2008 jaarlijks twee dingen uit bij haar patiënten: wat is het resultaat van onze behandeling en welke cijfers geeft u onze behandelaars?
Al vanaf 2012 is het resultaat van de multidisciplinaire behandeling gemiddeld 90% (in een range van 86-91%) verbetering. Dat is dus heel wat anders dan genezen. De patiënten geven aan het eind van de behandeling zelf aan wat de verbetering is in kortweg kwaliteit van leven, door het verminderen van de ernst van klachten. Omdat de klachten van onze patiënten complex- en meestal niet objectiveerbaar zijn, is dat de enige optie om verbetering te meten. Onze patiënten hebben (afgerond) 35% chronische vermoeidheid en 60% ME/cvs; 30% heeft zeer ernstige vermoeidheid, naast complexe andere klachten. Ze waren in staat de behandeling op locatie of online te volgen en waren dus niet aan huis en bed gebonden. Voor die laatste groep heeft Vermoeidheidkliniek sinds kort een alternatief programma.
Uit onderzoek in 2016 onder 117 patiënten, die ongeveer twee jaar geleden onze multidisciplinaire behandeling hebben doorlopen, bleek dat 60% nog weer verder waren verbeterd, met gemiddeld 38%. Twee derde van deze patiënten heeft ook geen andere behandelaars meer bezocht.
Ook de cijfers die patiënten aan onze behandelaars gaven waren weer hoog: de internist kreeg een 8,3 en ons kernteam van de multidisciplinaire behandeling een 8,1. Het onafhankelijke onderzoeksbureau Qualiview gaf onze organisatie gemiddeld een 9,0.