De Tweede Kamer sprak 12 september met minister Bruins over ME/cvs. Het vervolg is op 24 september als een viertal moties op basis van die van de heer Raemakers (D66) ter stemming komen. Het verslag van de discussie treft u hier. Samengevat is de kern:
- Er wordt gevraagd om een onderzoek en expertisecentrum. Het eerste is om via de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra te kijken of er een toegevoegde waarde is van een centrum voor gebundelde expertise en voorlichting over ME/cvs. De vraag is vooral wat de expertise dan moet zijn en welke kennis nodig is om in zo’n centrum te bundelen. Met ZonMw is door de minister al afgesproken om in het eerste kwartaal van 2020 met een kennisagenda voor ME/CVS te komen, waarin de vragen worden meegenomen hoe je de kennis verspreidt en dus ook hoe je de kennis bundelt, en welke communicatie moet worden gedaan. Als de oplossing een expertisecentrum is, dan is de minister het eens dat daar ook budget voor moet komen.
- De ‘richtlijn cvs uit 2013’ moet worden herzien. De regering kan de beroepsgroep die daarvoor verantwoordelijk is nog eens een zetje in de goede richting geven en zeggen: zit u alstublieft bovenop de nieuwe informatie en de nieuwe inzichten uit binnenland en buitenland, want er is een grote groep mensen die op zoek zijn naar een diagnose, een oorzaak van ME/CVS. En doe dat zo snel mogelijk.
- Er moet actief worden worden geïnformeerd over herbeoordeling van patiënten. Als dat niet vanuit het UWV kan, dan via de patiëntenorganisaties.
- ME/cvs moet erkend worden als chronische ziekte en verzekeringsartsen van het UWV zouden moeten handelen volgens de UWV-beleidsuitgangspunten en patiënten serieus nemen. Over beide punten gaat de regering niet, dat is aan professionals. Minister Bruins zal zich wel inzetten voor de erkenning van ME/cvs en wordt gevraagd in ieder geval de regering uit te laten dragen dat zij ME/cvs officieel als chronische ziekte ziet.