Vermoeidheidkliniek biedt als eerste een verblijfsmogelijkheid.
Van alle patiënten met ME/cvs raakt naar schatting ruim 10.000 van hen aan huis of bed gebonden. Om prikkels zoveel mogelijk te vermijden, zijn patiënten soms tot niet veel anders in staat dan in bed liggen in het donker en de stilte. Vermoeidheidkliniek gaat deze patiënten als eerste in Nederland verblijfsmogelijkheid bieden en hulp rond het bed van een gespecialiseerd multidisciplinair behandelteam. De eerste patiënten worden vanaf 23 februari verwacht in het zorghotel Van der Valk Care.
Een aanzienlijk deel van de ME/cvs patiënten raakt geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt, sociaal geïsoleerd en komt financieel in de problemen. Pierre de Roy, ME/cvs patiënt en oprichter van Vermoeidheidkliniek, vertelt: “wij helpen die patiënten op de poli van de internist na onderzoek en diagnose met behandeling door medicatie en vaak ook met onze multidisciplinaire behandeling. De laatste jaren ervaart gemiddeld 90% van onze patiënten in meer of mindere mate verbetering van hun klachten”.
Dat is anders voor de patiënten die volledig bedlegerig zijn. Internist dr. Joris Vernooij: “in die gevallen kunnen we te weinig doen, dan is een opname noodzakelijk, maar die mogelijkheden zijn er niet.”.
Deze patiënten krijgen nu hulp van Vermoeidheidkliniek tijdens het verblijf in de luxe kamers van het zorghotel van Van der Valk in Tiel. Dat maakt een multidisciplinair onderzoek met een diagnose en onderzoek ‘rond het bed’ mogelijk. Op basis daarvan wordt een behandelplan opgesteld dat voorziet in veilige, online consulten met de internist en in ondersteuning van bijvoorbeeld mantelzorgers, thuiszorg, therapeuten die aan huis komen en huisarts.
Bestuurder Elfi van der Valk is “blij binnen Van der Valk Care te kunnen helpen bij dit initiatief van Vermoeidheidkliniek. Het ontbreken van gespecialiseerde zorg voor deze ME/cvs patiënten trof ons zeer en deze eerste stap is een logisch vervolg op de bestaande samenwerking op onze zorglocaties in Tiel, Amersfoort en straks ook Vught.”