Sander Zurhake van NOS schreef een artikel over zeer ernstige, aan huis en bed gebonden ME/cvs-patiënten, die door UWV toch fit genoeg worden geacht om te werken. Diagnoses van artsen die het tegenovergestelde adviseren, worden geregeld genegeerd. Dat beeld schetst patiëntenorganisatie Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid in een rapport dat is aangeboden aan de Tweede Kamer. Wij vatten samen en vullen aan uit eigen ervaring bij onze dienst Arbeid en Inkomen
Intussen weten we, dat wat voor ME/cvs geldt, ook van toepassing is voor mensen met Post Covid, Q-koorts en Lyme. Kennis over ziekte en behandeling zijn beperkt gebleven en dat heeft gevolgen voor de beoordeling op arbeidsongeschiktheid. Het rapport van de Steungroep beschrijft 59 gevallen waarin mensen met ME/cvs door het UWV niet worden geloofd. Voor een aan huis en bed gebonden patiënt had de beoordelend arts van het UWV de verwachting dat er binnen een jaar “een relevante verbetering” zou zijn én sterker: de belastbaarheid “zal op langere termijn nog aanzienlijk verbeteren”. Dat is natuurlijk niet gebeurd. Door de arts voorgestelde therapie die moest activeren, werkte zoals bekend contraproductief. Maar na het stoppen vond de UWV-arts dat dit “onvoldoende herstelgedrag” was en kon ze haar uitkering niet behouden. Vier jaar later is haar situatie uitzichtloos.
UWV-bestuurslid Johanna Hirscher schrikt van het rapport. “We gaan in contact met de Steungroep om voor deze specifieke groep mensen te bekijken wat we hier beter hadden kunnen doen.” Hirscher zegt lessen te willen trekken om het in de toekomst beter te doen.
Bij Vermoeidheid- en PostCovidkliniek herkennen we dit beeld, zeker bij de dienst Arbeid en Inkomen waar mensen professionele ondersteuning krijgen in de periode van Ziektewet en WIA aanvraag, bezwaar en beroep. Maar, net als de projectleider Ynske Jansen van de Steungroep denken we: “Eerst zien en dan pas geloven, het UWV weet dit al heel lang, maar heeft er niets aan gedaan.” Jim Faas, verzekeringsarts en jurist, en zelf jarenlang werkzaam bij het UWV als medisch adviseur bij de afdeling bezwaar en beroep, zag dat bij het beoordelen van mensen met ME/cvs sprake was van willekeur. Volgens hem is het mede daardoor nog steeds mogelijk dat de ene verzekeringsarts openstaat voor diagnoses en adviezen van experts op het gebied van ME/cvs, terwijl een andere beoordelaar die inzichten negeert. “Een zekere bandbreedte van verschil in de beoordelingen is acceptabel, maar de verschillen mogen niet zo groot worden dat er sprake is van rechtsongelijkheid. En wanneer het gaat om ME/cvs is dat bij het UWV mijns inziens wel het geval.” Daar is Pierre de Roy van Vermoeidheidkliniek het mee eens ““Bij een nascholing voor verzekeringsartsen van het UWV werd deze stelling uitdrukkelijk bestreden door de aanwezigen, maar wij zien datzelfde in de dagelijkse praktijk”.