Hoogleraar Hans Knoop sprak op het congres van het tijdschrift over Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde over chronische vermoeidheid bij chronische patiënten. Wij lazen in dat blad een interview dat vooraf is gehouden. Hans Knoop is psycholoog, dus is het niet verrassend dat hij zegt ‘Er zou meer aandacht moeten komen voor de rol van gedragsfactoren bij vermoeidheid omdat deze aanknopingspunten geven voor behandeling.’ Vermoeidheidkliniek kijkt verder dan dat, maar is geïnteresseerd in zijn stellingname.
Chronische vermoeidheid
Chronische vermoeidheid kan onverklaard zijn of komt voor bij ernstige ziektebeelden, zoals nu bij long covid. Mensen die erdoor worden getroffen, ervaren veel impact op de kwaliteit van leven en kunnen vaak beperkt of helemaal niet werken. Er zijn geen medicijnen dus de behandeling kan vaak niet verder gaan dan leren omgaan met de vermoeidheid. Hans Knoop geeft als voorbeeld mensen die succesvol zijn behandeld tegen kanker. ‘Van hen is bekend dat ze vaak angst hebben dat de kanker terugkomt. Dat maakt ze gespannen en houdt de chronische vermoeidheid weer in stand. Door mensen op dat punt te helpen kun je de vermoeidheid verminderen.’ Maar veel vaker, zo blijkt uit zijn onderzoek, zijn de klachten generiek. ‘Er zijn niet honderd verschillende soorten vermoeidheid. Moe is moe, zou je kunnen stellen. Natuurlijk kun je gericht zoeken naar wat specifiek is voor een ziekte en hoe dat gerelateerd is aan die moeheid. De mate van glucoseontregeling bij diabetes bijvoorbeeld, of bij reuma de ontstekingsactiviteit. Maar dat levert in onze optiek heel weinig op omdat dat vooral samenhangt met acute vermoeidheid. Als mensen langer vermoeid zijn blijken die zaken niet of nauwelijks met elkaar samen te hangen. Dan zit de verklaring niet zozeer in de ziekte, maar veel meer in gedragsfactoren, waaronder leefstijl. Ik denk daarom dat het meer oplevert om te kijken naar de overeenkomsten tussen de verschillende ziektebeelden wat betreft vermoeidheid. Daar zitten de aanknopingspunten voor behandeling.’
Behandeling
Los van alle ziektebeelden, ziet Knoop bijvoorbeeld dat patiënten die weinig bewegen, slaapproblemen hebben of last hebben van somberheid vaak meer moe zijn. ‘De gedragsfactoren, dus de manier waarop mensen op hun vermoeidheid reageren, is daarbij mede bepalend.’ Behandelingen moeten in zijn optiek daar op gericht zijn. ‘Dat kunnen trainingen of oefentherapieën zijn om de conditie op te vijzelen en of gedragstherapie waardoor mensen anders met hun vermoeidheid omgaan. Je kunt met therapie bijvoorbeeld het slaap-waak ritme van patiënten verbeteren, proberen ze meer te laten bewegen, de activiteiten anders over de dag te verdelen of angstklachten te behandelen. Per persoon verschilt welke factoren relevant zijn, maar met een gerichte aanpak kun je bij een deel van de mensen de vermoeidheidsklachten verminderen.’
Knoop wil artsen bewust maken van het feit dat er in veel gevallen iets aan chronische vermoeidheid gedaan kan worden. Hij benadrukt daarbij dat alleen ziektebehandeling niet voldoende is om mensen minder moe te maken. ‘Medicatie bij reuma bijvoorbeeld, remt de ontstekingsactiviteit en daarmee ook de vermoeidheid. Maar 40 procent van de reumapatiënten houdt vermoeidheidsklachten, ook wanneer er geen ontstekingsactiviteit is. Als je alleen op de ziekte let, heb je geen aandacht voor dat probleem.’ In het verlengde hiervan wil hij bedrijfs- en verzekeringsartsen meegeven dat de specifieke ziekte nog niet zoveel zegt over hoe je met de vermoeidheidsklachten om moet gaan. ‘Verder spelen de gedragsfactoren een belangrijke rol bij chronische vermoeidheid. Dat biedt mogelijkheden om iets aan die vermoeidheid te doen en dus ook aan het arbeidsvermogen van werknemers.’
Moe is in de ogen van Vermoeidheidkliniek niet altijd moe
Internist dr. Joris Vernooij denkt ‘Dat het juist van belang is om onderscheid te maken met slaperigheid, initiatief verlies, somberheid, uitputting, pijnklachten enzovoort. Verder is hij het zeer met Hans Knoop eens dat het van belang is, om naast de ziekte aandacht te hebben voor de rest. Joris Vernooij: ‘Hans Knoop vat ‘de rest’ dan op als in de kern gedrag, maar dat lijkt ons eigenlijk ook wat kort door de bocht. Het is zeker zo dat een ‘gedisciplineerd leven’ overbelasting bij chronische vermoeidheid iets kan verminderen. Maar daarnaast zijn er veel andere dingen van belang. Wij kiezen voor de bredere en wat meer praktische aanpak van ons multidisciplinair team, die in onze ogen vaak veel beter aansluit’.
Oprichter Pierre de Roy vult aan ‘In de aankondiging van het congres waar Hans Knoop sprak, wordt er in één adem over patiënten met CVS en burn-out gesproken, met als hoofdklacht vermoeidheid. Los van het feit dat we het daarbij over volstrekt verschillende aandoeningen hebben, is de juiste benaming niet CVS, maar ME/cvs. Een multisysteemziekte met als hoofdklacht niet alleen vermoeidheid, maar een combinatie van klachten waarbij inspanningsintolerantie vaak prominenter is voor mensen.
Wij zien dat niet alleen mensen met ME/cvs, maar ook veel mensen met ernstige chronische vermoeidheid en long covid geen baat hebben bij wat Hans Knoop voorstaat, integendeel, maar dat mensen eerst praktisch en met hulpmiddelen hun grenzen moeten leren kennen om daar niet structureel overheen te blijven gaan. Wij doen dat onder meer met de Activiteiten- en Beweegweger, de Vermoeidheidapp en veel begeleiding vanuit verschillend perspectief. En pas dan leren om mate van activiteiten en bewegen bij te stellen aan mindere of betere dagen.’
Wat we precies doen lees je hier https://vermoeidheidkliniek.nl/werkwijze/behandeling/.